Seizoensfluister
De motten horen planten wenen,
Als herfst de zomer komt vervagen.
De bladeren dansen in de scène,
En fluisteren hun kleurrijke vragen.
De winter volgt met sneeuw en ijs,
Een witte deken over het land.
De lente breekt door, fris en wijs,
Met bloemen in een kleurrijk strand.
De zomer dan, vol warmte en licht,
Brengt dagen lang en nachten kort.
Elk seizoen heeft zijn eigen gezicht,
Een eindeloos, mooi rapport.
Zo draait de wereld, jaar na jaar,
Met seizoenen die altijd daar zijn, zo klaar.