Cyclus van de Nacht
In de stilte van de nacht, waar motten dansen,
horen zij het zuchten van de aarde, de planten die wenen.
Elk seizoen brengt zijn eigen verhaal, zijn eigen pijn,
van de koude greep van de winter tot de brandende zomerzon.
De lente fluistert hoop, maar ook verdriet,
wanneer nieuwe knoppen barsten, terwijl oude bladeren sterven.
De herfst, een schilderij van vuur en goud,
verbergt het afscheid in elke vallende blad.
Motten, nachtelijke getuigen van deze cyclische rouw,
vliegen door de tijd, tussen de seizoenen in.
Zij weten, zonder woorden, de diepte van de cyclus,
het eeuwige dansen tussen leven en dood, tussen vreugde en pijn.