Nachtdroom van Iris
In 't hart der nacht, waar stilte heerst en droomt,
Twee zielen, één, in tijd en ruimte omtond,
Iris, jouw naam, als fluistering, mij noemt,
Twintig maanden, als sterren, ons verbond.
Geen storm noch tijd kan scheuren wat zo vast,
Als dromen die in 't diepst der harten leven,
Een band, geweven uit het fijnste goud,
Die eeuwig zal bestaan, geen einde geven.
Zoals de nacht de dag in stilte draagt,
Zo dragen wij elkaar, in liefde, trouw,
Een droom, zo diep, dat niemand hem ontwaagt,
Iris, mijn hart, voor eeuwig is het jou.