Collar van Verlangen
Er was een hond, zo trots en stout,
met een collar die hem sierde.
Hij droomde van een liefde, zonder twijfel,
maar zijn hart werd nooit verkocht of verhuurd.
Aan een rope gebonden, sprong hij hoog,
naar een kat die op de muur zat.
Maar hoe hij ook sprong, het lukte niet,
zij bleef onbereikbaar, dat was het slotgat.
Hij blafte liefdesliedjes, dag en nacht,
maar zij keek slechts neer, met een blik zo kil.
Zijn collar glinsterde in het maanlicht zacht,
maar zijn liefde bleef onvervuld, tot op het bil.
Zo gaat het soms, met liefde en met rope,
het hart wil wat het niet kan, en dat is de strop.