Cyclus der Seizoenen
Motten horen planten wenen,
onder de maan die stil verdwijnt.
De zomer fluistert zijn laatste woorden,
terwijl de herfst zijn mantel spant.
Bladeren dansen, een laatste bal,
voordat ze vallen, eenzaam en koud.
De winter wacht, met sneeuw in zijn handen,
en de lente, nog ver, droomt van goud.
Cyclus van tijd, eeuwig en oneindig,
seizoenen komen, seizoenen gaan.
Maar in het hart van de aarde, onder de vorst,
leven de wortels, wachtend op de zonneschijn.