Eeuwige Vreugde
Nur du und ich, zo vrolijk en vrij,
Genieten samen, wat een blijdschap, o jee!
De zon lacht mee, zo helder en warm,
Onze vreugde deelt ze, zonder enige harm.
Hand in hand, door velden zo groen,
Lachen we om niets, het is zo mooi gedoen.
De vogels zingen hun vrolijke lied,
Voor ons alleen, wat een prachtig gebied.
Elk moment samen is een geschenk zo fijn,
Vol geluk en plezier, dat wil ik niet missen, klein.
Want in jouw ogen vind ik mijn vreugde terug,
Een eindeloze bron, zo zoet en zo snug.
Dus laten we dansen, zingen en lachen,
Want samen zijn, dat kunnen we niet versmachten.
Nur du und ich, in eeuwige vreugd,
Een liefde zo puur, dat is ons allerheugd.