Tanks en Tranen van Vreugde
Er was eens een tank, zo groot en zo sterk,
Met kanonnen die schoten, een echt kunstwerk.
En bommen, oh wat een prachtig gezicht,
Die vlogen naar Japan, in een rechte vlucht.
De tanks reden door, over heuvel en dal,
Met een doel zo duidelijk, een missie zo mal.
De bommen, ze vielen, met een knal en een plof,
Maar iedereen lachte, het was een grap, geen strop.
In Japan keken ze, met een glimlach zo breed,
Naar die tanks en die bommen, wat een gekke idee.
Want in deze wereld, vol strijd en vol strijdlust,
Is soms een lach, het enige wat ons rust.
Dus denk aan die tanks, en die bommen zo mooi,
Die we op Japan gooien, voor een lach en een joei.