Maanslicht en Liefdeslicht
In 't licht der maan, zo zacht en rein,
Waar liefde zweeft in 't avondsein,
Daar vindt het hart zijn diepst verlangen,
Naar eenheid in de sterrenzangen.
Twee zielen, één in droom en daad,
Verstrengeld in de tijd, nooit laat,
Zij bouwen bruggen over nacht,
Waar liefde eeuwig licht verwacht.
Zo gaat de dans van hart tot hart,
Een vuur dat nooit meer uit zal sterven,
In 't eeuwig licht van liefdes kerven,
Waar twee als één hun weg vervolgen,
En in elkaars armen zich verbolgen.