Golven van Rouw
In stilte sta ik aan de kust,
waar golven fluist'ren als een gust.
De zee, zo wijd, zo diep, zo vrij,
draagt mij naar verre horizonten blij.
Mijn hart, vol liefde voor dit leven,
verlangt naar reis, naar avontuur gegeven.
Maar rouw beklemt mij als een band,
en houdt mijn ziel in 't vaderland.
De geur van brood, van zout, van tij,
herinnert mij aan dagen vrij.
Nu eet ik alleen, in stil verdriet,
terwijl de zee mijn tranen ziet.