Stille Vlam
In stilte draag ik jou, een vlam zo fel,
Een liefde die nooit vrij kan zijn, helaas.
Jouw hart is reeds verpand, een vast bestel,
Terwijl mijn ziel naar jou verlangt, vol pass.
De sterren lachen om mijn dwaze droom,
Want jij bent van een ander, vast en zeker.
Toch voedt mijn hart een onverwoestbaar loom,
Een vuur dat brandt, onzichtbaar en uniek.
Ik bid tot tijd, dat zij ons ooit verenigd,
Maar weet, dit lot is niet voor mij beschoren.
Dus blijf ik dromen, in de nacht gestenigd,
Waar jij en ik, in liefde zijn verloren.
Zo draag ik jou, in stilte, dag en nacht,
Een liefde die nooit spreekt, maar altijd wacht.