Spiegels van Oneindigheid
In de kleedkamer, waar de tijd stil lijkt te staan,
Waar spiegels ons beeld in oneindigheid tonen,
Daar speelt zich af wat wij niet kunnen verbloemen,
Een wereld van stof, waar dromen kunnen ontstaan.
Om het hoekje gluren, een spel zo oud als de straat,
Waar nieuwsgierigheid en schaamte elkaar ontmoeten.
Een blik, een lach, soms een gefluisterd groetje,
In deze ruimte waar iedereen zijn rol speelt, zo raak.
De jurken hangen, wachtend op hun moment van glorie,
Terwijl schoenen staan te popelen om te dansen.
Hier wordt de wereld even een toneel, zonder rancune,
Waar elk personage zijn eigen verhaal kan aanvangen.
Dus kijk niet vreemd op, als je een glimp opvangt,
In de kleedkamer, waar het leven zichzelf heruitvindt, zo vreemd.