Ramadan's Stille Licht
In stilte breekt de dag, de zon verdwijnt,
De kapster legt haar schaar en kam terzijde.
De moskee roept, haar stem is rein en blijde,
Make-up wordt gewist, het hart hervindt.
Een maand van vasten, bidden, delen, geven,
Waarin de ziel zich zuivert, stijgt en leeft.
De nachten zijn gevuld met wat ons drijft,
In gebed en dank, ons lot herschreven.
De kapster, zonder pracht, toch schoon van geest,
De moskee, een baken in de nacht,
Make-up, een masker dat wij afleggen,
In Ramadan vinden wij wat echt bestaat.
Zo gaat de tijd, in vroomheid en in vreugd,
Een maand van liefde, hoop en eeuwig heugd.