Bitter Vaarwel
Lieveke, het uur is daar, het afscheid nadert snel,
Mijn hart, het zwaar is, als een steen in diepe zee.
De tranen, die ik stillekens verborg, zij vloeien fel,
Want zonder u, wat blijft er nog van leven mee?
De dagen, die ons toelachten in lichte gloed,
Zij keren niet, als vluchtige vogels in de nacht.
Nu scheidt ons pad, als stromen die zich splitsen in de vloed,
En draagt ons weg, waar geen terugkeer wordt verwacht.
Lieveke, o Lieveke, hoe bitter is dit vaarwel,
Een wijn, die droefheid schenkt in bekers van kristal.
Mocht de tijd ons lenen nog een laatste stel,
Dan zou ik u omhelzen, voor het eeuwig afscheidsmaal.