Maanlicht en Leegte
Ik wil jou,
maar je bent als de maan,
schijnend in mijn nacht,
altijd in zicht, nooit binnen bereik.
Jouw licht raakt mijn huid,
maar mijn handen grijpen leegte.
Ik fluister je naam in de wind,
hopen dat hij jou zal dragen naar mij.
Toch blijf je daar,
ver en ongenaakbaar,
een droom in een wereld van wakker zijn.
Ik wil jou,
maar de afstand is een zee zonder bruggen.