Windfluister van Lieveke
In stilte wacht ik, Lieveke, alleen,
De wind fluistert jouw naam, zo zacht, zo teer.
De dagen lengen, zonder jouw verschijn,
Een leegte die geen ander vullen kan, zo zeer.
De bomen buigen onder 't gewicht van tijd,
Hun bladeren vallen, eenzaam op de grond.
Zo valt mijn hart in duizend stukken klei,
Want jij bent weg, en ik blijf hier, verbond.
De maan beschijnt ons beiden, ver en dicht,
Eenzelfde licht, doch niet meer samen één.
Ik mis je stem, je lach, je warm gezicht,
Een gemis dat nooit meer zal vergaan, helaas.
Lieveke, ooit verenigd in een ander leven,
Tot die tijd draag ik jou in mij, altijd.