Proost in het Haut
In 't restaurant haut, waar de lichten branden,
Zit men te smullen, met veel verstande.
De wijn vloeit rijk, het brood is vers,
Een feest voor de tong, een ware convers.
De ober, in pak, met vlugge pas,
Brengt gerechten die smaken als een zachte bas.
Een lach hier, een grapje daar,
Het leven is goed, zonder enig bezwaar.
Dus eet en drink, en wees niet stil,
Want in dit haut, is elk moment een gil.
Een toast op het leven, op vreugd' en pijn,
Morgen weer honger, maar nu: 'Proost!' en 'Fijn!'